Artikelindex

Elk colablikje, elk bankbiljet, elke spoorbiels zijn eigen unieke code. Dat is kort gezegd de belofte van de Electronic Product Code (EPC): een wereldwijde, centraal geregistreerde nummeringstandaard. De EPC kan de inhoud zijn van Radio Frequency Identification (RFID) tags: chips met een kleine antenne die op producten geplaatst kunnen worden. Van de technologie wordt veel verwacht omdat het in theorie toeleveringsketens transparant maakt, en zo tot kostenbesparingen kan leiden.


Radio Frequency Identification (RFID) is hot. Hoewel de technologie al ruim 50 jaar bestaat, lijkt nu een echte doorbraak plaats te vinden. RFID is in wezen erg simpel en dat is waarschijnlijk meteen de kracht van RFID. De technologie bestaat uit drie componenten, een chip, een antenne en de scanner. De chip, ter grote van een zandkorrel, bevat een bepaalde hoeveelheid informatie die aangepast kan worden. Deze chip wordt aan een antenne verbonden die uiteindelijk de informatie via radiogolven naar de scanner zal sturen. De chip en de antenne samen worden de tag of transponder genoemd. De combinatie chip en antenne wordt ook wel het mobiele deel genoemd.

RFID-2Het basisprincipe is eenvoudig, wanneer de spoel van de RF-tag in het veld komt van de andere spoel, nl. die van het vaste component, de scanner, dan wordt een elektrische stroom opgewekt. Met deze energie wordt de informatie van de tag gelezen. Of iets meer technisch, de scanner creëert een radio- of elektromagnetisch veld. Zodra een tag in dit veld komt, wordt dit veld beïnvloedt. Deze verandering wordt door de scanner gedetecteerd en zo wordt de informatie van de chip doorgegeven. Samengevat RFID is niets meer dan het uniek identificeren van goederen met behulp van een draadloze radioverbinding. Om dit te doen hebben we een lezer (reader) nodig en een zender (tag). Deze zender kent een unieke code waarmee de tag geïdentificeerd wordt.

Op zich is er weinig verschil met de reeds gebruikte identificatie technieken. Ook daar kennen we een tag in de vorm van een barcode, en een lezer in de vorm van een scanner. De scanners zijn er zelfs in draadloze (RF) uitvoeringen. De overdracht van de informatie van de tag naar de scanner gaat in dit geval niet via radiogolven, maar door de terugkaatsing van licht. Hiermee is een belangrijk verschil met tussen barcode en RFID. Barcode lezers moeten optisch contact hebben met de tag. Bij RFID is er een contact door middel van radio golven, waardoor de tag zelfs onzichtbaar in het product ingebouwd kan worden. De laatste generaties van RFID tags laten het toe dat tientallen individuele (maar unieke) tags, uniek geïdentificeerd kunnen worden op het zelfde moment. Bij het lezen van barcode moet ieder item afzonderlijk langs de lezer gehaald worden. Hierdoor is de RFID toepassing uitmate interessant in die gevallen waar snelheid van lezen, veel sorteren en handling activiteiten aan de orde zijn. Een snelle gelijktijdige verwerking en het zonder visueel contact lezen van tags zijn de belangrijkste karakteristieken die RFID onderscheiden van de traditionele barcode. Deze extra functionaliteit kent natuurlijk haar weerslag op de prijs. Hierdoor is het waarschijnlijk ook te verklaren waarom de technologie ruim 50 jaar nauwelijks gebruikt is. Op dit moment zijn de benodigde tags die toegepast minder dan een euro. De verwachting is echter dat dit door grootschalige productie gereduceerd kan worden tot euro-dubbeltjes of zelfs euro-centen.