Artikelindex

Alle medewerkers zullen immers het streven naar het (sub)optimaliseren van hun eigen (kleine) gebied moeten loslaten. Daarvoor in de plaats moeten we ons gezamenlijk richten op de echte beperking, de ‘beperkingen’ of de ‘bottlenecks’.

Continu verbeteren is blijven veranderen

Door één keer de vijf regels van het bottleneck-management te doorlopen kan al een aanzienlijke doorlooptijdverkorting worden gerealiseerd. Het gevaar bestaat dat we tevreden zijn met deze eerste, vaak spectaculaire, resultaten. We vergeten verder te verbeteren.

Dit verschijnsel noemen we ‘inertie’. Inertie kan het beste worden omschreven als bijvoorbeeld:

  • traagheid van handelen;
  • inslapen;
  • het gevoel hebben dat de druk van de ketel is.

Inertie heeft tot gevolg dat we terugvallen op de oude werkwijze en de toepassing van bottleneck-management gaan zien als een eenmalige verbeteractie. En dat is niet wat we willen.

Nu is bekend dat elke verandering, hoe klein dan ook, stuit op grote weerstand. De oorzaak van de weerstand ligt besloten in de volgende drie relaties:

  1. Iedere verbetering vergt een verandering. We kunnen niets verbeteren zonder te veranderen.
  2. Iedere verandering wordt ervaren als een bedreiging van bestaande zekerheden.
  3. Iedere bedreiging van zekerheden leidt tot emotionele weerstand.

De emotionele weerstand vertraagt niet alleen de introductie van verbeteringen, maar stopt in veel gevallen de introductie of draait succesvolle pogingen zelfs terug. Het is dan ook niet verwonderlijk dat diverse organisatiedeskundigen tot het inzicht kwamen dat het moeilijk kunnen veranderen het kernprobleem van iedere organisatie is. Met logica is emotie nauwelijks te bestrijden. Emotie moeten we dan ook met emotie bestrijden. De emotie van het ‘bedenken’ van een oplossing is vaak sterker dan de emotie tegen ‘verandering’. De bedenker is namelijk zeer gemotiveerd om zijn ‘oplossing’ gerealiseerd te zien worden. Het is voor iedereen zijn taak zelf de gewenste oplossingen te laten bedenken. We moet dan ook alleen het proces van het bedenken van oplossingen begeleiden, niet zelf de oplossingen aandragen.