Artikelindex

Interpreteren van de LPI

Leveringsprestatie is een belangrijke markteis geworden, waar in de huidige situatie vaak niet aan wordt voldaan. Als een onderneming haar leveringsprestatie niet structureel meet, is het erg onwaarschijnlijk dat deze boven de 90% zal uitkomen. In de praktijk is dan een waarde van 60% meer realiteit.

Haalbare servicegraad

Als maat voor de leveringsprestatie nemen we vaak de servicegraad. Dit is het percentage van de orders dat volgens de gemaakte (leverings)afspraak wordt geleverd. Gaan ondernemingen over tot het structureel meten van hun leveringsprestatie, dan zien we de servicegraad, zonder al te veel inspanning c.q. kosten, snel toenemen. Het traject van 60% naar 80% servicegraad is zonder al te veel moeite af te leggen. Dit is te bereiken door een betere sturing, orders niet te lang laten liggen, sneller versturen en prioriteitstellingen. Willen we de servicegraad nog verder omhoog krijgen, dan wordt het iets moeilijker. Het traject van 80% tot circa 95% kunnen we bereiken door een langere tijd gericht te sturen en structurele verbeteringen door te voeren. Dit kost al wat meer energie. Het traject van 95% tot 99,99% is het moeilijkst te doorlopen. Mogelijk is het altijd, maar daar moeten dan wel voldoende inspanningen tegenover staan. Deze inspanningen moeten we helaas altijd vertalen in kosten. Dus het laatste traject kan heel duur worden. Dit moeten we ons terdege realiseren. Een servicegraad van 100% is theoretisch gesproken mogelijk. Zeker als we voldoende voorraad van al onze te leveren artikelen kunnen aanleggen. Het komt erop neer dat vraag en aanbod op elkaar moet worden afgestemd en de imperfectie tussen vraag en aanbod vangen we op met voorraad. Het is heel goed mogelijk om praktisch gesproken 100% te halen in situaties waar de vraag van tevoren bepaald is. In de 'automotive' is een leveringsprestatie van nagenoeg 100% gebruikelijk voor kritische artikelen. Praktisch gesproken is het de vraag of dit voor alle producten en leveranciers zinvol is. Wegen de hoge kosten wel op tegen de (in sommige gevallen beperkte) baten?

In figuur 1 hebben we het verband tussen de gewenste servicegraad en te maken kosten weergegeven.

 Figuur 1. Verband tussen gewenste servicegraad en te maken kosten

Figuur 1. Verband tussen gewenste servicegraad en te maken kosten

We kunnen proberen een schatting van de servicegraad te maken op basis van onze intuïtie. Op zich is dat een methode. Gefundeerde uitspraken kunnen we echter pas doen als we echt gaan meten.

Het komt regelmatig voor dat een bepaalde leverancier in de veronderstelling is dat hij u altijd op tijd levert. Zijn metingen wijzen dat immers uit. Hij zal dan ook geen actie ondernemen om de afleveringspolitiek te wijzigen. U vindt echter dat hij altijd te laat levert. Uw metingen wijzen dat immers uit. U bent van mening dat hij wel beter moet gaan leveren, anders moet u op zoek naar een andere leverancier. De kiem voor een conflict is hiermee gelegd. Komt het daadwerkelijk tot een conflict, dan zal geen van beiden er beter van worden. De leverancier raakt een klant kwijt en u moet op zoek naar een nieuwe leverancier. Over het algemeen kunnen we dit probleem terugvoeren tot een communicatieprobleem. Beide partijen blijken verschillende meetpunten te hebben, maar denken van elkaar dat ze het over hetzelfde hebben. De metingen zijn echter niet met elkaar te vergelijken. Een afstemming tussen beide partijen, over hoe en wat te meten, zorgt er in dit geval voor dat alle discussies uit de wereld worden geholpen.