Artikelindex

Spagetti of applicatie-integratie?

We zien op dit moment dat het aantal systemen waarmee een gemiddelde applicatie moet communiceren erg hoog geworden is.

Ook is de onderlinge afhankelijkheid tussen deze verschillende systemen, door veranderde business eisen, erg complex geworden. Bijna iedereen kent wel de term ‘spaghetti-code’ als het gaat om applicaties die verschillende malen zijn gepatched en geüpgraded. Echter dit probleem wordt nog vele malen groter als we al die spaghetti-codes nu ook nog eens met elkaar laten integreren en communiceren. Dit macrokosmische probleem wordt het probleem van de applicatie- integratiespaghetti genoemd. De interapplicatiespaghetti is het gecompliceerde netwerk van verbindingen dat de verschillende applicaties, programma’s en databases met elkaar verbindt middels de ondernemings- en e-business netwerken. Een voorbeeld van deze spaghetti is gegeven in figuur 1.

Figuur 1. Applicatie-integratiespaghetti.

Figuur 1. Applicatie-integratiespaghetti.

Om die reden zal het ook geen verbazing meer wekken dat applicatie-integratie door vele ondernemingen als een ondernemingsrisico gedefinieerd wordt. Daarom is applicatie integratie door vele ondernemingen verheven tot een strategisch IT-gebied.

Bijna ieder systeem kent een vorm van applicatie-integratie. Het is eerder uitzondering dan regel, dat een commercieel beschikbare applicatie 100% van de behoefte voor een bepaalde bedrijfsfunctie afdekt. Laat staan dat er een applicatie bestaat die alle bedrijfsprocessen van een (middel)grote onderneming zal afdekken. Voorheen werd de oplossing gezocht in maatwerksoftware. Nu er is gebleken dat ondernemingen, markten en ondernemingsmodellen dynamisch en niet statisch zijn, blijkt maatwerk van gehele systemen ook geen oplossing te zijn. Het gebruik van standaardpakketten was een eerste stap in de richting om beter te kunnen inspelen op de dynamiek van de omgeving. Echter de koppeling tussen de verschillende standaardapplicaties blijkt in veel gevallen nog traditioneel ‘statisch’ gemaakt te worden. Doordat standaardapplicaties ook mee evolueren, blijken deze ‘statische koppelingen‘ niet altijd zo onderhoudsvriendelijk te zijn. Moderne applicatieintegratie heeft tot doel de kloof die er ligt tussen de behoefte vanuit de (dynamische) bedrijfsprocessen en het aanbod van (dynamische) standaardsystemen te dichten.

Het is belangrijk te onderkennen dat de aandacht voor applicatie-integratie niet tijdelijk is. Zoals gezegd, de wereld is en blijft dynamisch. Daarom is het zo goed als onmogelijk dat (specialistische) applicatieleveranciers al deze veranderingen kunnen voorspellen, laat staan erop kunnen anticiperen. Daarom komt applicatie-integratie niet alleen bij een implementatietraject naar voren.

Ook gedurende het operationeel traject van een informatiesysteem zullen de integratievraagstukken blijven opkomen. Dit door veranderingen in de eisen van de markt en onderneming, maar dit zal ook worden gedreven door veranderende technologie. Een voorbeeld hiervan is dat er vijf jaar geleden over real-time integratie voornamelijk gesproken werd en het slechts mondjesmaat werd toegepast. Vandaag de dag is dit een doodgewone eis in iedere RFQ of RFP.

De technische levensduur van een willekeurige standaardapplicatie is vaak technologisch beperkt tot circa drie jaar. Aan de andere kant ligt de economische levensduur van de totale toepassing vaak tussen de vijf en de zeven jaar. Om mee te kunnen blijven draaien, moeten de verschillende componenten en applicaties tussentijds zonder teveel meerkosten geüpgraded kunnen worden. Dit houdt in dat een integratieoplossing mogelijkheden moet bieden om eenvoudig aanpassingen te kunnen realiseren. Ook moet het aantal koppelingen naar systemen makkelijk uitbreidbaar zijn. Tot slot dient de integratieoplossing een duidelijk onderscheid maken tussen de functionele c.q. businesseisen, de implementatie-eisen en de onderhouds- c.q. IT-eisen.