Artikelindex

Aandachtspunten / Checklist

  • Veiligheidstijd kan worden toegevoegd indien:
    1. er sprake is van fluctuaties en onzekerheden in het leveringspatroon;
    2. de componenten niet via een MPS bestuurd worden;
    3. de aan te leggen voorraad componenten een hoge waarde vertegenwoordigd. Is de waarde van de extra voorraad relatief laag, dan kan overwogen worden om éénmalig een veiligheidsvoorraad aan te leggen.
  • Indien veiligheidstijd wordt toegevoegd aan de externe levertijd en er prestatiebeoordeling van de leverancier plaats vindt, dan dient de leverancier beoordeeld te worden op de afwijking van de beschikbaarheidsdatum en niet op de afwijking van de behoeftedatum.
  • In de meeste MRP-software zijn nauwelijks voorzieningen opgenomen om buiten het MPS bewust voorraad te creëren. Wil men voorraden buiten het MPS introduceren, dan moet dat via een omweg gebeuren. Dit kan door van het „voorzien voorraadverloop” en „gepland beschikbaar” de veiligheidsvoorraad af te trekken. Het is ook mogelijk om de rij „geplande orderuitgifte” wat in de tijd terug te schuiven (veiligheidstijd toevoegen).
  • Bij veiligheidstijd ontstaat de voorraad, omdat de behoeftedatum en de beschikbaarheidsdatum niet samenvallen. Dit heeft tot gevolg dat er geen voorraad gecreëerd wordt als er geen vraag is. Het heeft echter als nadeel dat de planningshorizon langer moet worden. Ook zal een MRP-systeem uitzonderingsboodschappen genereren, met het verzoek de orders te herplannen. De goederen komen immers te vroeg binnen. De planner moet handmatig beoordelen of er sprake is van toevoeging van veiligheidstijd.
  • Bij het toepassen van veiligheidstijd in een produktieomgeving met een complexe produktstructuur, loopt men het risico dat door cumulatie van (veiligheids)tijden de levertijd onnodig verlengd wordt.